1,2 miljoen views! Een droomstart voor Jaduuhhh hot noodle op Tik Tok

“Ik ga ook eens een doel stellen,” zegt Jade (14 jaar) begin januari aan het ontbijt.

“Ik wil een viral video op Tik Tok. Dat lijkt me wel leuk.”

Ze weet hoe het voelt. Een andere video van haar is twee jaar geleden viral gegaan. Ook is ze ooit gepromoot door een YouTuber. Ze was toen dagelijks intensief bezig met het opnemen van haar zelfbedachte dansen en turn moves. Ze bewerkte haar video’s, zette er muziek onder, liet daar wat filters overheen gaan en plaatste daarna een volledig gestripte video. Heel creatief!

Daarna is ze een tijdje gestopt omdat het naar Tik Tok veranderde (het was eerst Musical.ly) en Tik Tok een tijd minder leuk werd.

Ik kijk haar aan. “Jij bent toch niet zo van het doelen stellen?”

“Nee, ik doe omdat ik het leuk vind. Ik wil een challenge om te kijken hoeveel volgers ik voor het einde van de reis kan bereiken op een nieuw account.”

Jade leeft heerlijk bij de dag en maakt zich niet veel zorgen. Ze denkt niet veel vooruit en doet vooral waar ze zin in heeft. Qua school doet ze wat ze moet doen en niet meer. Ook is ze niet snel van haar stuk te brengen en heel belangrijk; ze geniet!

Even later zie ik haar denkend op bed zitten. “Mam, wat voor naam zal ik verzinnen?”

“Misschien iets met je eigen naam erin?”

“Ik wil niet dat mijn vrienden weten dat ik een nieuw account heb.”

Ze besluit zichzelf ‘jaduuhhh’ met als ondertitel ‘hot noodle’ te noemen.

Als ik terugkom van het broodjes halen, zie ik haar in de weer met haar telefoonstandaard bij het zwembad. Een video wordt opgenomen en daarna edit ze er tekst bij. De video duurt slechts 9 seconden.

Enkele jaren geleden las ik dat jongeren maximaal 6 minuten naar een You Tube video kunnen kijken. De Tik Tok generatie brengt dit terug tot maximaal 1 minuut. Het is het snelst groeiende online platform voor jongeren op dit moment.

Sinds Jade allerlei verplichtingen op de middelbare school heeft, is ze minder actief bezig maar deze reis zien we haar weer op Tik Tok dansjes imiteren, memes (grapjes) verzinnen en turnen. Nagenoeg alle muziek kan ze meezingen. Al begrijp ik de humor lang niet altijd, het is leuk om te zien wat ze allemaal bedenkt. Tik Tok zet aan tot bewegen en jezelf creatief uiten.

En dan … gebeurt het! Jade’s wens gaat wel héél snel in vervulling!

Haar vriendin in NL vraagt (slechts enkele uren na het plaatsen van de video) of ze een nieuw account heeft. Huh? Hoe kun jij dat weten?

De vriendin zit op Tik Tok en blijkt Jaduuhhh als ‘aanbevolen video’ te zien te krijgen en herkent haar! Tik Tok heeft haar video op de ‘For You’ page gezet.

Even later volgen er meer reacties. Zelfs vrienden van Sam zien de video. En vanuit Australië krijgt ze reactie van haar IBF’s (Internet Best Friends) die haar herkennen.

Nog geen 24 uur nadat ze de video heeft geplaatst, heeft ze meer dan 1 miljoen views (inmiddels 1,2 miljoen). 10 % liked de video (120.000 tieners!) en binnen een paar dagen heeft ze 2669 volgers.

Een droomscenario voor een ‘beginnende’ Tik Tokker !

“Zo, ik heb mijn doel bereikt,” zegt ze nuchter.

 

Geluk bij een auto-ongeluk

“Het ziet er goed uit,” zegt Wim, terwijl hij mijn arm vasthoudt en de wond inspecteert. “Het is nog een beetje dik maar het geneest goed.”

We zitten in de tuin van het hotel, de tafel vol met EHBO spullen.

Ik kijk naar hem terwijl hij zachtjes met een watje de jodium op de hechting aan de achterkant van mijn arm dept, er een gaasje overheen legt en er vervolgens een rekverband omheen rolt. De wijze waarop hij me dagelijks verzorgt, vertedert me.

De afgelopen dagen waren dan ook best spannend.

1 januari nam ik met de fiets de bocht naar rechts iets te ruim. In een land waar men ook rechts rijdt, is dit eigenlijk zelden een probleem. Behalve deze keer. Een auto reed me aan. De chauffeur was afgeleid omdat hij 6 kinderen achter in zijn auto had.

Dagmar en Wim fietsten achter me en zien het ongeluk gebeuren.  Ik lig op mijn buik op de grond. “Gaat het, gaat het?” hoor ik Dagmar in paniek vragen. “Mama, gaat het?”

“I am so sorry,” zegt de chauffeur. “I am a doctor, can I check?” Hij aait me over mijn schouder. “Je moet naar het ziekenhuis,” zegt Wim. “Het ligt open.” Ik voel me beroerd worden. Dagmar blijft roepen. Met haar eerste blik denkt ze te hebben gezien dat het bot uitsteekt. Dit is niet zo.

Ik vraag of de dokter ons naar het ziekenhuis kan brengen. Ik wil niet wachten en wil gaan liggen.

“I will pay the hospital, you do not worry,” hoor ik hem in de auto zeggen (later vragen verschillende Vietnamezen me of de chauffeur de rekening betaald heeft, dus dat is nogal belangrijk hier). “Gaat het mama, gaat het?” blijft Dagmar in de auto vragen. Ze is ontzettend lief en bezorgd en heel voorzichtig met me.

In het ziekenhuis wordt de wond (geen wachttijd!) direct gedicht door een fijne arts. De chauffeur is er ook bij tijdens het hechten en houdt nauwlettend in de gaten of alles correct verloopt. “I am so sorry,” zegt hij herhaaldelijk, terwijl hij me bemoedigend aanraakt. Omdat hij er meerdere malen op aan dringt, laten we ook nog een CT-scan maken om de chauffeur gerust te stellen. Hij wil er zeker van zijn dat er niets gebroken is.

Als het erop zit, rijdt de chauffeur ons terug naar de fietsen die langs de weg zijn gezet. Ik ben hem meer dan dankbaar voor alle goede zorgen. Meer kan hij niet doen.

‘Arme arm..’ appt mijn schoonzus de volgende dag. Haha, zij weet dat die arm ook al een tenniselleboog heeft!

De hele week houden we nauwlettend in de gaten of er niets gaat ontsteken. Ik wil de voorgeschreven antibiotica niet slikken dus voel me extra verantwoordelijk. Het besef dat ik veel geluk heb gehad, overheerst. Mijn hoofd of lijf had tussen de wielen kunnen komen (of nog erger)! Ook een tetanusspuit wordt gehaald.

Dagmar heeft, in figuurlijke zin, ook een flinke klap gekregen. Ze hoort steeds het geluid van de botsing en de beelden in haar hoofd verergeren. Ze heeft er echt last van. We proberen samen enkele keren dezelfde route opnieuw te rijden, praten erover en maken fietsafspraken. Maar het leed is geschied. Dit zal tijd nodig hebben.

9 januari gaan Wim en ik terug naar het ziekenhuis.

Gelukkig, ‘mijn’ dokter is er weer! “Oh, you are lucky, it looks good!” zegt de man enthousiast. En terwijl hij de hechtingen verwijdert, horen we hem trots zeggen: “I was your doctor last week!” En als hij klaar is: “You pay me 200.000 Dong (8 euro).”

Als we de behandelkamer uitlopen kijkt hij me aan en zegt: “You are beautiful!” Ik lach. Wim lacht ook. Dan wijst hij ook naar Wim: “You are beautiful!” Haha, bedoelde hij nu jou of mij of ons allebei?! Gewillig poseert hij nog even voor onze camera, waarna we het ziekenhuis uitlopen.

Een dokter die je zwart kunt betalen, die poseert voor de foto én ons mooi vindt! Geweldig!

Eind goed, al goed.

“Koffie? Kom, we gaan weer reisplannen maken!”

 

Dit verhaal was eigenlijk af, tot ik dit meemaakte:

3 dagen later komen we de dokter – ver weg van alle toerisme – 50 (!) kilometer verderop toevallig weer tegen! Ik herken hem en hij spreekt ons aan. Hij kijkt nog een keer naar mijn litteken. Hij wijst dan naar ons beiden en zegt: “You are beautiful!” Wéér!

Ik zeg hem dat hij een cadeautje (we staan tussen wat marktkraampjes) mag uitzoeken voor zijn dochtertje. Hij kiest … een dokterskoffertje.