“Goed kijken jongens, er is zoveel te fotograferen! Blijf langs de kant lopen! Netjes vragen of je een foto mag maken, let op de details, kijk eens naar de mooie kleuren!”
We lopen met zijn allen door Challai. In deze authentieke wijk is de handarbeid nog alom aanwezig. Messen worden hier nog ouderwets geslepen, verse bloemenkettingen geregen en kippen worden uit een veel te klein kooitje gehaald waarna ze met een hakmes op een boomstronk worden gelegd en geslacht.
Op de weektaak staat ‘foto’s maken.’
Ja, het mes snijdt hier aan twee kanten. We zijn een leuk en leerzaam middagje uit en hoe leuk is het om je eigen foto’s straks te kunnen verwerken in een Powerpoint presentatie over het land India?
Alhoewel… leuk?
Overprikkeld raak je hier in India!
Horen, zien, ruiken, proeven en voelen wisselen elkaar hier in hoog tempo af. Het duurt even voor je daar aan gewend bent.
India is als een openluchttheater waar schoonheid en verbazing elkaar steeds weer, in hoog tempo, blijven afwisselen.
De hitte (34 graden), het constante claxonneren, de doordringende lucht van het open riool afgewisseld met de geur van heerlijk eten, vrouwen in sari’s, mannen in Dhoti (een witte lap stof om de taille, al dan niet opgeknoopt).
Al die zintuigen roepen heel wat gevoelens op. Kijk eens, die kleuren! Wáárom doen ze zo? Oh, wat pittig! Bah, zo smerig! Ik ben bang. Oh, zo heerlijk! Ik heb het zo warm! Levensgevaarlijk wat die scooter doet!
Je hebt hier zeker het gevoel dat je lééft, al heb je soms de gedachte hoe láng je leven hier nog duurt.
Iedere schooldag zijn we meer dan een uur in het chaotische verkeer, in een drukke Engelstalige omgeving, dus structuur en rustmomenten zijn zeer belangrijk voor ons alle vijf.
Cultuur snuiven in Chellai kan dus al gauw ontaarden in vermoeide kinderen en een man die liever thuis of op het strand willen zijn. Tja, het staat op de weektaak … dus we gaan het doen! Op zaterdag dan maar.
“Kijk eens mam, wat een mooie foto,” zegt Dagmar die vooral kijkt naar patronen, prints en lijnen.
“You want to see?” vraagt Sam, terwijl hij ontspannen de foto op zijn iPad aan een koopman laat zien. De mensen moeten lachen als ze zichzelf terugzien op het scherm en Sam lacht met hen mee.
Zonder chroom leggen ze contact met de mensen, ze lachen met hen, praten met hen en gaan dichtbij, recht voor hen staan om een close-up vast te leggen. Ze hangen met hun camera of iPad boven grote plastic zakken met pepers. “Kijk eens, mooi hè!”
Na bijna twee uur rondlopen is het genoeg geweest. “Ik ben moe,” zegt Sam. “Zijn we bijna bij de auto?” vraagt Dagmar. Jade is zelden moe en geniet van alles.
Mooi is dat je de karakters van de kinderen terug kunt zien in de wijze waarop ze de foto’s maken. Serieuze, prestatiegerichte Dagmar die de artistieke kant ziet, gevoelige Sam die emoties en kleuren weet vast te leggen en de evenwichtige Jade die zonder veel moeite veel voor elkaar krijgt.
“Goed gedaan, jongens! En nu gaan we koffie drinken!”